Ben Hogan wordt door velen beschouwd als een van de beste spelers in de geschiedenis van het golf. Ben Hogan won vier keer het U.S. Open, twee keer de Masters, twee PGA Championship’s en één keer The Open Championship.
Ben Hogan werd in 1912 geboren in de buurt van Fort Worth. Toen Ben negen jaar oud was, pleegde zijn vader zelfmoord door zichzelf in de borst te schieten. Financieel had zijn moeder het daarna moeilijk, er was geen schoolgeld meer en haar drie kinderen zochten baantjes om wat geld te verdienen. Zo begon Ben op de Glen Garden Country Club als caddy. Daar ontmoette hij Byron Nelson, die later ook een beroemd tourspeler zou worden. In die tijd speelden ze al vaak tegen elkaar in caddy-toernooien.
Hogan werd pro in 1929, op 17-jarige leeftijd, om pro-evenementen in Texas te spelen. Hij nam pas in 1932 deel aan de PGA Tour. Een groot deel van zijn vroege carrière vocht Hogan tegen een ‘hook’ balvlucht. Maar door een geweldige werkethiek veranderde hij zijn balvlucht in een gecontroleerde fade. In 1940 begon hij te winnen, en vaak.
Ben Hogan, die in 1997 op 84-jarige leeftijd stierf, was niet het soort golfer waar de gemiddelde persoon zich gemakkelijk mee kon identificeren. Hogan was volgens velen een moeilijk persoon in de omgang. Toen hij bijvoorbeeld hoorde dat president Eisenhower aan de telefoon hing, mogelijk op zoek naar een flightgenoot, antwoordde hij: “I’m not playing golf with that goddamn hack”. Hij gaf zelden interviews en deelde bijna nooit handtekeningen uit. Wanneer hij op de golfbaan was, was zijn concentratie zo staalachtig en intens dat het niet alleen de toeschouwers leek uit te sluiten, maar zelfs zijn tegenstanders. Toen zijn speelpartner, Claude Harmon, een hole-in-one maakte op de 12e hole tijdens de Masters van 1947, erkende Hogan de hole-in-one niet eens; hij trok alleen maar zijn putter uit zijn tas en maakte zijn putt voor birdie.
Ondanks zijn gesloten karakter - en waarschijnlijk mede daardoor – is Hogan een van de meest geïdealiseerde en bewonderde golfers ooit. Hogan wordt algemeen erkend als een van de beste ‘ball-strikers’ die het spel ooit heeft gespeeld. Hogans ‘ball-striking’ wordt door vele collega’s erkend als van bijna bovenaards kaliber, zoals Jack Nicklaus, die hem pas enkele jaren na zijn topjaren zag spelen. Nicklaus antwoordde ooit op de vraag: "Is Tiger Woods de beste ‘ball-striker’ die je ooit hebt gezien?" met: "Nee, nee - Ben Hogan, 100%"
Verder bewijs van de status van Hogan (en Moe Norman) bij topspelers wordt geleverd door Tiger Woods, die ooit zei dat hij zijn swing wilde ‘bezitten’ op dezelfde manier als Moe Norman en Hogan dat hadden. Woods beweerde dat Hogan en Moe Norman de enige spelers waren die ooit "hun swings volledig onder controle hadden”.
Volgens velen was Ben Hogan de beste golfer van zijn tijd en wordt nog steeds gezien als een van de besten aller tijden. Hogan was zeer vastberaden en had een ijzeren wil, die in combinatie met zijn onbetwistbare golfvaardigheden een aura creëerde die zijn tegenstanders intimideerde. In Schotland stond Hogan bekend als "The Wee Ice Man", of, in de Schotse volksmond, "Wee Ice Mon", een bijnaam die hij verdiende tijdens zijn beroemde Open Championship -overwinning op Carnoustie in 1953. Hogan werd ook zeer gerespecteerd door collega-concurrenten vanwege zijn uitstekende ‘course-management’ vaardigheden. Tijdens zijn piekjaren probeerde hij zelden een slag die hij niet uitgebreid had geoefend.
Zijn vlakke, vloeiende swing was technisch zo goed, dat zelfs zijn collega's op de PGA Tour hun clubs neerlegden om hem te zien oefenen. Ze hadden ook voldoende gelegenheid, aangezien Hogan altijd aan het oefenen was. Als een jonge man, sloeg hij dagelijks zoveel ballen, dat zijn handen gingen bloeden. ''Er is niet genoeg daglicht op een dag om alle slagen te oefenen die je zou moeten oefenen” , vertelde hij ooit aan Golf Digest.
Met zijn perfectionisme (“ I’m the sole judge of my standards”, zei hij ooit) en zijn elegante kledingstijl (beige of grijze kasjmieren truien, op maat gemaakte schoenen en de kenmerkende witte linnen pet), werd Hogan een icoon in de golfwereld en daarbuiten.
Hogan en zijn vrouw Valerie overleefden een frontale botsing met een bus op een in mist gehulde brug op 2 februari 1949. Hogan wierp zich over Valerie om haar te beschermen. Hij zou gedood zijn als hij dat niet had gedaan, omdat de stuurkolom de bestuurdersstoel doorboorde.
Dit ongeval liet Hogan, toen 36 jaar oud, achter met een dubbele fractuur in de bekken, een gebroken sleutelbeen, een linkerenkel fractuur, een gebroken rib en bijna fatale bloedstolsels. Hij zou levenslange circulatieproblemen en andere fysieke beperkingen ervaren. Zijn artsen zeiden dat hij misschien nooit meer zou lopen, laat staan competitief golfen. Hogan verliet het ziekenhuis op 1 april, 59 dagen na het ongeval.
Hogan kreeg zijn kracht terug door uitgebreid te wandelen en hervatte zijn golfactiviteiten in november 1949. Hij keerde terug naar de PGA Tour om het seizoen 1950 op de Los Angeles Open te beginnen, waar hij met over 72 holes gelijk eindigde met Sam Snead, maar verloor de 18-holes play-off. Maanden later won hij het US Open van 1950 op Merion, wat nog steeds wordt gezien als een van de beste comebacks in de moderne sportgeschiedenis.